"Nu de basis van het stelsel rust op verouderde definities van ondernemen, winst en bezit."

23 augustus 2019
Weegschaal

Om meteen met de deur in huis te vallen: ons belastingstelsel is niet meer van deze tijd en is dringend aan vernieuwing toe. Het wordt voor ons huidige belastingstelsel heel moeilijk, of eigenlijk onmogelijk, om de door de digitale economie veroorzaakte maatschappelijke veranderingen bij te houden. Maar wat dan? Wilbert Kannekens, voorzitter Dagelijks Bestuur van KPMG Meijburg & Co, legt het uit.

Eigenlijk is een belastingstelsel nooit van zijn tijd. Het hobbelt altijd achter de maatschappelijke, economische en sociale realiteit aan. En daar is helemaal niets mis mee.
Nu heeft een samenleving normaal gesproken aardig wat tijd om een ál te veel uit de pas lopend belastingstelsel in lijn te brengen met de samenleving. Maar de afgelopen vijftien jaar is er een nieuwe factor bijgekomen: de digitale transitie van de economie. En die maakt dat het huidige belastingstelsel veel sneller en veel verder achterloopt dan belastingstelsels vroeger. En dat elke herziening van datzelfde stelsel veel eerder verouderd zal zijn. Wat is er aan de hand?

Ons belastingstelsel leunt op nationale fysieke aanwezigheid van bedrijven

Belastingstelsels knopen aan bij fysieke aanwezigheid van bedrijven binnen hun landsgrenzen, of ze nu goederen of diensten produceren. Ik zie hier gelijk twee problemen in een digitaliserende economie. Ten eerste is online zaken doen bijna per definitie internationaal. Afstand is geen probleem meer om contact te leggen met klanten en daarmee zaken te doen. Ten tweede is er geen noodzaak meer om fysieke vestigingen te hebben om je klanten te bedienen, behalve dan een hoofdkantoor.
Een overheid die belasting heft op de winst van bedrijven met een fysieke aanwezigheid binnen haar landsgrenzen, loopt daarom het risico een hoop belastinginkomsten te missen. De digitale economie brengt daardoor een aantal vragen met zich mee. Zoals: wie moeten wij belasten, wát moeten wij precies belasten en welke overheid is er bevoegd om die belasting te heffen? Collega’s Robert van der Jagt, Fred van Horzen, Jaap Bellingwout, Michael van Gijlswijk, Max van de Ven en Vinod Kalloe gaan in op mogelijke antwoorden.

Ons belastingstelsel leunt op particulier eigendom en bezit, terwijl wij bewegen naar collectief eigendom

De digitalisering is niet uitsluitend een probleem voor het internationale belastingrecht. Ook in binnenlandse situaties gaat het wringen dat de kloof tussen het wettelijk systeem en de maatschappelijke ontwikkeling steeds groter wordt. De inkomstenbelasting is bijvoorbeeld gebaseerd op de onderverdeling in ondernemers, werknemers, eigen woningbezitters (box 1), grootaandeelhouders (box 2) en vermogensbezitters (box 3). Een klassieke onderverdeling die, afgezien van de box-indeling, al meer dan honderd jaar geldt. Een belangrijk aspect van de toenemende digitalisering is dat de samenleving van particulier eigendom naar gedeeld gebruik beweegt. De vraag wie het eigendom heeft, is niet meer van belang.

Het is eigenlijk zonde om een duur apparaat aan te schaffen als je dit maar weinig gebruikt. Een simpel voorbeeld: een boormachine. Natuurlijk kun je er één kopen met honderd anderen. Maar daar heb je niets aan want je weet niet wie hem heeft en of hij beschikbaar is. Door technologische connectiviteit (bijvoorbeeld internet) kan dat nu wél.

Ons belastingstelsel leunt op een achterhaalde definitie van ‘ondernemen’

Klassieke fiscale begrippen komen onder druk te staan. Bijvoorbeeld het begrip ‘ondernemen’. Voor de wet is een onderneming een ‘duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee het deelneemt aan het economisch verkeer om winst te behalen’. Als je dat hebt, heb je dus een onderneming. Op de inkomsten die je daarmee genereert wordt belasting geheven, maar heb je ook recht op allerlei faciliteiten die bijvoorbeeld een werknemer niet heeft. De grenzen zijn hier al vervaagd, denk aan de zzp-problematiek. Door de toenemende digitalisering neemt de druk op de grenzen van het ondernemerschap alleen maar toe. Doordat mensen continu (digitaal) verbonden zijn, hebben zij mogelijkheden om hun private eigendom economisch uit te ponden. Het feit dat iemand zijn huis, auto en boormachine ter beschikking kan stellen en daar inkomsten uit weet te halen, creëert een eindeloze stroom nieuwe ‘ondernemers’. Althans zo voelt dat, maar zij voldoen niet aan de thans geldende definitie van ‘ondernemen’. Het begrippenkader sluit dus niet meer aan bij de manier waarop mensen op dit moment geld kunnen verdienen en goederen of diensten kunnen exploiteren.

Een pleidooi voor gebruiks- en verbruiksbelasting?

Maar hoe repareer je een belastingstelsel dat vooral heft op winst, ondernemerschap en bezit als die begrippen steeds minder relevant worden? De enige oplossing hiervoor is door anders te gaan belasten. Het gebruik en verbruik van goederen en diensten bijvoorbeeld. Dat kan relatief eenvoudig worden geheven, namelijk op dezelfde manier als nu gebeurt bij btw. Daar zit echter een ander probleem aan vast: een overheid heft niet alleen belasting om te voorzien in de overheidsuitgaven, maar ook om beleid te voeren, welvaart en bezit te herverdelen en zo een bepaalde balans in de samenleving te houden. Bij het belasten van gebruik en verbruik is dit moeilijk. Er zit namelijk een plafond aan wat iemand gebruikt of verbruikt, ongeacht wat iemand verdient of hoeveel vermogen iemand heeft. Dit staat in contrast met het huidige belastingstelsel: wie meer verdient, betaalt meer belasting; box 1-inkomen wordt nu progressief belast.

En hoe ondervang je dat?

Een verandering in het belastingstelsel moet dus ook gereedschap bieden dat als fiscaal instrument kan dienen. Als dat niet meer kan, vallen wij terug op toeslagen en subsidies. Maar wij weten inmiddels dat deze traag, duur, arbeidsintensief en foutgevoelig zijn.

Onze wereld verandert steeds sneller en het belastingstelsel hobbelt er op steeds grotere afstand achteraan. Het wordt een hele uitdaging om een belastingstelsel te ontwikkelen, dat aansluiting krijgt - en houdt - met wat maatschappelijk wenselijk én uitvoerbaar is.

Informatie

Meer weten over wat de gevolgen van bovenstaande ontwikkelingen voor uw business kunnen zijn? Neem gerust contact op met Wilbert Kannekens of uw contactpersoon binnen KPMG Meijburg & Co. Of wenst u liever dat wij geheel vrijblijvend met u contact opnemen? U kunt dan uw contactgegevens naar ons mailen via deze link

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.