Zonnepanelen zijn onderdeel van gebouw oordeelt het Gerechtshof

30 juli 2025
Zonnepanelen als onderdeel van gebouw

Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat zonnepanelen als onderdeel van het gebouw worden beschouwd, waardoor de beperking op afschrijving van toepassing is.

Samenvatting

Er is een uitspraak gedaan door het gerechtshof Den Bosch waarin uitspraak wordt gedaan over de fiscale behandeling van zonnepanelen voor de afschrijving voor de vennootschapsbelasting. De kernvraag was of zonnepanelen als zelfstandig af te schrijven bedrijfsmiddel kunnen worden beschouwd, of dat zij onderdeel blijven van het gebouw en daardoor onder de afschrijvingsbeperking van het gebouw vallen. Het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank: de zonnepanelen zijn onlosmakelijk verbonden met de woningen en mogen daarom niet afzonderlijk worden afgeschreven.

Casus:
Woningcorporatie X investeerde in 2016 ruim €1 miljoen in niet-geïntegreerde zonnepanelen op verhuurde woningen. Deze zonnepanelen zijn bevestigd op bestaande daken, zonder dat extra huur of servicekosten zijn gevraagd. In de aangifte vennootschapsbelasting  2016 werden de zonnepanelen geactiveerd als onderdeel van de gebouwen, met toepassing van de afschrijvingsbeperking voor gebouwen. In bezwaar stelde X dat de zonnepanelen als afzonderlijk bedrijfsmiddel kwalificeren en dus apart op af te schrijven zijn. De Inspecteur wees dit standpunt af.

Geschil:
De kernvraag is of de zonnepanelen afzonderlijk kunnen worden afgeschreven (als zelfstandig bedrijfsmiddel), of dat zij onderdeel vormen van de gebouwen, waardoor de afschrijvingsbeperking van toepassing is.

Overwegingen Hof:

  • De zonnepanelen kwalificeren als onroerende zaken volgens civielrechtelijke maatstaven (art. 3:3 BW), omdat zij naar aard en inrichting duurzaam met de gebouwen zijn verbonden. Daaraan doet niet af dat het technisch gezien mogelijk is om de zonnepanelen te verplaatsen.
  • Ze zijn functioneel en technisch dienstbaar aan de gebouwen en worden daarom als onderdeel van de gebouwen aangemerkt (art. 3.30a Wet IB 2001).
  • De werktuigenvrijstelling is niet van toepassing, omdat de zonnepanelen niet in hoofdzaak dienstbaar zijn aan een productieproces, maar enkel aan het gebouw zelf.
  • De afschrijvingsbeperking voor gebouwen is dus terecht toegepast op de zonnepanelen.

Uitkomst:
Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond. De uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant blijft in stand. De inspecteur heeft de afschrijvingsbeperking terecht toegepast. 

Wij begrijpen dat er cassatie is ingesteld dus de Hoge Raad zal ook nog een arrest wijzen over dit onderwerp. 

Wil je meer weten, neem dan gerust contact met ons of met jouw gebruikelijke Meijburgadviseur op.

© 2025 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.