Wetsvoorstel invoering UBO-register

8 april 2019
ubo register overleg

Rechtspersonen en andere juridische entiteiten zijn binnenkort verplicht om hun uiteindelijk belanghebbenden te registreren. Op 4 april 2019 is het wetsvoorstel ‘Implementatie registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten’ (‘het wetsvoorstel’) ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel regelt de implementatie van Richtlijn 2018/843 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (‘de richtlijn’), in het bijzonder de verplichting tot het invoeren van een register van uiteindelijk belanghebbenden (‘UBO’s’) van vennootschappen en andere juridische entiteiten (‘het UBO-register’). De implementatie van de verplichting tot registratie van de UBO zal uiterlijk op 10 januari 2020 gerealiseerd zijn. Het UBO-register zal worden geregeld in de Handelsregisterwet 2007 en worden beheerd door de Kamer van Koophandel (‘KvK’).

1. Wie is UBO?

Als UBO wordt aangemerkt de natuurlijk persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit die is ingeschreven in het Handelsregister. Voor een omschrijving van de UBO per type vennootschap en entiteit verwijzen wij graag naar onze eerdere berichtgeving.

2. Registratieplicht

De registratieplicht in het UBO-register sluit aan bij de inschrijvingsplicht in de Handelsregisterwet. In Nederland gevestigde ondernemingen alsook rechtspersonen die volgens hun statuten hun zetel in Nederland hebben zijn dan ook verplicht om hun UBO te registreren in het UBO-register. Momenteel gaat het daarbij om de volgende entiteiten:

  1. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, naamloze vennootschap (met uitzondering van beursgenoteerde naamloze vennootschappen die zijn onderworpen aan bepaalde openbaarmakingsvereisten en hun 100%-dochtervennootschappen), Europese naamloze vennootschap, Europees economisch samenwerkingsverband en Europese coöperatieve vennootschap;
  2. coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, vereniging, vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid die een onderneming drijft; en
  3. stichting, maatschap, commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma en rederij.

In het wetsvoorstel wordt een nieuwe verplichting gecreëerd voor inschrijving in de Handelsregisterwet en daarmee ook tot de verplichting van die entiteiten om een UBO te registreren in het UBO-register. Een onderneming die niet (meer) in Nederland is gevestigd en die toebehoort aan een in Nederland opgerichte maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of rederij dient zich volgens de memorie van toelichting van het wetsvoorstel (‘MvT’) wederom in te schrijven. Naast de verplichting tot inschrijving in het Handelsregister is zij vervolgens ook verplicht de UBO te registreren in het UBO-register. De MvT breidt de inschrijvingsplicht tevens uit tot vennootschappen of andere juridische entiteiten die voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel vanwege vertrek uit Nederland uit het Handelsregister zijn uitgeschreven. Deze uitbreiding is onbegrijpelijk en onlogisch en vraagt om een nadere toelichting van de wetgever.

Ook ANBI’s (algemeen nut beogende instellingen) vallen onder de reikwijdte van het wetsvoorstel indien zij als vennootschap of andere juridische entiteit zijn vormgegeven. De UBO van een ANBI moet dan ook in het UBO-register worden geregistreerd. De minister geeft in de MvT aan dat er geen ruimte bestaat om af te wijken van de richtlijn.

Buitenlandse rechtspersonen met een hoofd- of nevenvestiging in Nederland hoeven geen UBO in Nederland te registreren. Ook een kerkgenootschap, eenmanszaak, publiekrechtelijke rechtspersoon en informele vereniging vallen niet onder de verplichting om een UBO te registreren.

Ten aanzien van het fonds voor gemene rekening wordt in de MvT opgemerkt dat dit valt onder de verplichting van trusts en soortgelijke juridische constructies om informatie over hun UBO in te winnen en centraal te registreren. De verplichtingen zullen in een later stadium worden geïmplementeerd, in ieder geval voor maart 2020.

Ten slotte benadrukt de MvT dat een stichting administratiekantoor (STAK) eveneens onder het bereik van de verplichting tot registratie zal vallen, aangezien zij is opgericht als stichting.

3. Informatie in UBO-register

Een aantal in het UBO-register op te nemen gegevens van de UBO, de zogenoemde beperkte gegevens, worden openbaar toegankelijk:

  1. naam;
  2. geboortemaand en -jaar;
  3. woonstaat;
  4. nationaliteit; en
  5. de aard en omvang van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economische belang.

Met betrekking tot de aard en omvang (punt e) zal moeten worden vermeld binnen welke bandbreedte het belang valt: meer dan 25% tot 50%, 50% tot 75% dan wel 75% tot en met 100%. Er worden geen geldbedragen vermeld.

Naast de basisgegevens dienen aanvullende gegevens te worden ingeschreven. Deze gegevens zullen alleen toegankelijk zijn voor de bevoegde autoriteiten en de Financiële inlichtingen eenheid, die alle een geheimhoudingsplicht kennen:

  1. geboortedag, -plaats en -land;
  2. adres;
  3. indien dat is toegekend het Burgerservicenummer (BSN) en een buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN);
  4. afschrift van documentatie op grond waarvan de identiteit van de UBO is geverifieerd; en
  5. afschrift van documentatie waarmee wordt onderbouwd waarom een persoon de status van UBO heeft en waarmee de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang wordt aangetoond.

4. Afscherming van informatie

In het wetsvoorstel heeft de minister geen gehoor gegeven aan de kritiek die in de consultatieronde is geuit over de privacy van gegevens. De UBO kan slechts een verzoek tot afscherming van zijn informatie in het UBO-register indienen bij de KvK, waarbij hij zal moeten aantonen dat sprake is van een van de volgende situaties:

  1. blootstelling aan een onevenredig risico;
  2. een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, geweld of intimidatie;
  3. minderjarigheid; of
  4. andersoortige handelingsonbekwaamheid.

Zolang niet onherroepelijk op een verzoek tot afscherming is beslist, zal de betreffende UBO-informatie niet worden gepubliceerd.

5. Niet registreren, wel bijhouden

De verplichting tot het registreren van de UBO in het UBO-register onderscheidt zich van de verplichting tot het inwinnen en bijhouden van UBO-informatie. De verplichting tot het inwinnen en bijhouden van UBO-informatie geldt voor de registratieplichtige entiteiten genoemd in paragraaf 2 en daarnaast voor de vereniging van eigenaars, kerkgenootschappen en de overige privaatrechtelijke rechtspersonen. Alle genoemde entiteiten dienen zowel de beperkte als de aanvullende gegevens van de UBO in te winnen en zijn verplicht deze bij te houden.

6. Sancties

Op overtreding van de verplichting tot het inschrijven van de UBO in het Handelsregister staan zowel strafrechtelijke als bestuursrechtelijke sancties. Strafrechtelijke sancties zijn volgens de minister nodig indien zich verzwarende omstandigheden voordoen, waarbij als voorbeeld wordt genoemd het opzettelijk registreren van onjuiste gegevens over de UBO.

7. Implementatie

De implementatie van het UBO-register dient uiterlijk op 10 januari 2020 te zijn gerealiseerd. Na inwerkingtreding van de implementatiewet moeten alle vennootschappen en juridische entiteiten bij inschrijving in het Handelsregister de UBO tevens direct registreren in het UBO-register.

Voor reeds bestaande vennootschappen en juridische entiteiten bestaat de verplichting dat zij hun eerste opgave om de UBO in te schrijven in het UBO-register moeten doen binnen achttien maanden na inwerkingtreding van de implementatiewet. De eerste opgave zal in geval van inwerkingtreding op 10 januari 2020 uiterlijk 10 juli 2021 dienen plaats te vinden. Treedt de wet eerder in werking, dan zal ook eerder moeten worden geregistreerd. Onduidelijk is of eventuele wijzigingen van de UBO in de periode tussen inwerkingtreding van de implementatiewet en de eerste inschrijving tevens moeten worden ingeschreven in het UBO-register.

Mocht u vragen hebben over het bovenstaande of over de (eventuele) gevolgen van het UBO-register voor uw situatie, dan kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met Meijburg Legal. Wij helpen u graag om te analyseren wat de impact van het UBO-begrip en het UBO-register zal zijn op uw persoonlijke situatie. 

© 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348
en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company limited by guarantee.
Alle rechten voorbehouden.